Tanden wisselen bij een pup

Melkgebit wisselen

Je pup heeft de eerste maanden nog een melkgebit dat bestaat uit snijtanden, hoektanden en kiezen. Dit gebit zal tussen de 3 en de 7 maanden geheel wisselen voor een volwassen gebit. Tijdens het wisselen kan het gebit van je pup extra gevoelig zijn met eten en kauwen. Geef je pup voldoende kauwmateriaal in deze periode. Er zijn zelfs speciale bijtringen voor pups die je even kan koelen voordat je ze geeft.

Gedrag van de hond tijdens het wisselen van het melkgebit

Tijdens het wisselen van  het melkgebit kan de hond een bepaald gedrag laten zien.

Bijten en kauwen
Vaak zie je dat de hond dan wat vaker in dingen wil bijten dan eerder het geval was. Het kan dan ook zijn dat ze in jouw spullen gaan bijten. Het is daarom aan te raden om voor goed kauwspeelgoed te zorgen, zodat je hond voldoende spullen heeft waar hij in mag bijten.

Diarree
Tijdens de wisselperiode kunnen sommige honden af en toe last krijgen van diarree. Dit gaat over het algemeen vanzelf over. Is een hond lang achter elkaar aan de diarree dan kan er iets anders aan de hand zijn. Neem in dat geval even contact op met de dierenarts.

Afwijkingen

Het is belangrijk om tijdens en na het wisselen het gebit van je pup in de gaten te houden. Op jonge leeftijd zijn bepaalde afwijkingen nog goed te behandelen. Zo hebben sommige pups last van zogenaamde ‘persisterende hoektanden’. In dat geval zijn de melkhoektanden niet tijdig gewisseld waardoor er twee hoektanden naast elkaar komen te staan. Het is daarom verstandig om rond de 6e maand, of wanneer je het gevoel hebt dat er problemen zijn met het wisselen, het gebit door de dierenarts te laten nakijken.

Onderhoud

Het gebit van je pup heeft in principe weinig onderhoud nodig. Het is echter wel aan te raden je pup nu vast te wennen aan het poetsen van zijn gebit. Zeker kleine rassen krijgen op latere leeftijd gebitsproblemen en voorkomen is beter dan genezen!